Een vrij uitzonderlijke jongeman was de in 1910 geboren Adrian Schildknaap. Toen hij op 16-jarige leeftijd van school ging, had hij al een handgeschreven boek uit over de "1 ½ Liter Squire", een auto die geheel aan zijn verbeelding was ontsproten. Tien jaar later blijkt het eindproduct sterk te lijken op wat hij als tiener aan het papier had toevertrouwd, vooral in mechanische zin. Na een korte stage bij Bentley Motors en een al even korte carrière bij MG in 1931 startte hij zijn eigen bedrijf 'Squire Motors'. Vier jaar later presenteert Adrian met trots The Squire Car, een elegant gevormde sportwagen die als een van de meest charismatische van zijn tijd wordt beschouwd.
Het is ook vrij duur, met een prijskaartje van £ 1,220 is het vergelijkbaar met die van Alfa Romeo en Bugatti. Waar de grote merken gebruik maken van bekende ontwerpers, tekende Squire zelf de carrosserie, die hij liet bouwen door Vanden Plas. Onder de motorkap is de 110 pk sterke 4 cilinder 1,496 cc met David Brown supercharger goed voor 160 km/u. Wegligging en remmen worden ook geprezen; over het algemeen is de auto zoveel meer dan de som der delen.
Prijs is het enige dat de verkoop tegenhoudt. De eerste Squire-klant, de Hon. Sherman Stonor, kocht een Squire en verving snel de carrosserie door een exemplaar van Markham uit Reading. Lichter en eenvoudiger. Squire volgt het voorbeeld en daarmee is de lichtgewicht Squire geboren. Behalve dat hij lichter is, hangt er ook een vriendelijker prijskaartje aan van £ 995. Er zijn vijf SWB- en twee LWB-auto's gebouwd. Een van die auto's met lange wielen komt terecht in Val Zethrin. In 1936 gebeurt het onvermijdelijke en moet Squire Motors de deuren sluiten. Er werden nog twee rollende chassis en onderdelen verkocht aan Zethrin. Hij maakte de auto's in de daaropvolgende jaren af, waarbij de auto die bekend staat als 'Z 100' de allerlaatste was. Dat is de auto die u nu voor u ziet.
Omdat de Tweede Wereldoorlog voor veel vertraging zorgde, duurt het tot 1947 voordat de Z100 wordt geregistreerd voor gebruik op de weg. Zethrin had meer dan genoeg onderdelen om de auto te bouwen zoals Adrian het bedoeld had, behalve de supercharger. Dat loste hij op door een Wade blower te monteren. Aanvankelijk had de Squire een open tweezitter, maar achteraf gezien vond Zethrin dat te zwaar en niet helemaal naar zijn smaak. Hij verving het houten frame door een stalen frame. Eenmaal klaar kwam het project tot stilstand en belandde het frame in een hoek. Dat wil niet zeggen dat dit een versleten of intensief gebruikte auto was. Op het moment dat de carrosserie werd vervangen, had de Squire slechts ongeveer 500 km op de teller.
In 1976 werd de auto verkocht aan een Nederlandse eigenaar die een bekende en deskundige carrosseriespecialist de opdracht gaf een nieuwe kap te vervaardigen. Deze kopieerde het oorspronkelijke ontwerp van Vanden Plas dat halverwege de jaren dertig werd gebruikt. Een uitzonderlijk stukje Britse autogeschiedenis dat via vader en zoon in onze collectie terecht is gekomen.
Deze 'Z100' is werkelijk in prachtige staat. Klaar voor elke denkbare hal. Het unieke karakter van de auto maakt hem tot een zeer begerenswaardig verzamelobject, tijdens het rijden is het een feest. Het was niet overdreven dat het Engelse tijdschrift Motorsport in 1936 schreef: “Zelfs de meest rechte wegen zijn niet zonder hun snelle bochten... een te hoge snelheid weigerde de auto te glijden of enige tekenen van instabiliteit te vertonen ... "
Deze Squire handelt prachtig. De snelle 1.5 liter viercilinder is gekoppeld aan een Wilson pre-selector 4-bak. Dit was het ontwerp dat terug te vinden was in raceauto's uit die tijd, zoals de ERA's en Mercedes-Benz Silver Arrows. Ook de remmen werden lovend ontvangen door pers en eigenaren. De door Squire ontworpen remmen zijn gebouwd door Lockheed. Door het ingenieuze ontwerp kon de Squire vanaf 10 km/uur in 50 meter tot stilstand komen. De meeste concurrenten kwamen niet in de buurt.
Voor de arme Adrain Squire duurde het avontuur maar een paar jaar. Toen Squire Motors in 1936 sloot, werkte hij kort voor Lagonda voordat hij bij The Bristol Aeroplane Company kwam. Hij stierf in 1940 toen zijn schuilplaats werd getroffen tijdens een bombardement.
Met slechts negen gebouwde auto's heeft het merk een iconische status verworven onder vooroorlogse autoliefhebbers. Het is duidelijk dat je zelden een schildknaap te koop ziet, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden als onderdeel van iemands verzameling. Gallery Aaldering is erg opgewonden en trots om de allerlaatste Squire ooit gebouwd te kunnen presenteren.
Gallery Aaldering is Europa's toonaangevende Classic Cars specialist sinds 1975! Altijd 400 Classic en Sportscars op voorraad, kijk op www.gallery-aaldering.com voor de actuele voorraadlijst (alle aangeboden auto's zijn beschikbaar in onze showroom) en verdere informatie. Wij zijn gevestigd nabij de Duitse grens, 95 km van Düsseldorf en 90 km van Amsterdam. Zo gemakkelijk reizen per vliegtuig, trein, taxi en auto. Transport en wereldwijde verzending kan worden geregeld. Geen invoerrechten/invoerkosten binnen Europa. Wij kopen, verkopen en verzorgen de verkoop in consignatie (verkoop in opdracht van de eigenaar). Voor onze Duitse (H-Kennzeichen, TÜV, Fahrzeugbrief, Wertgutachten usw.) en Benelux klanten kunnen wij registratie/papieren regelen/leveren. Gallery Aaldering, Arnhemsestraat 47, 6971 AP Brummen, Nederland. Tel: 0031-575-564055. Kwaliteit, ervaring en transparantie is wat ons onderscheidt. Wij verwelkomen u graag in onze showroom
Het is niet zomaar een jongeman, de in 1910 geboren Adrian Squire. Als hij op 16-jarige leeftijd school verlaat maakt hij al een handgeschreven boekwerk over de ‘1 1⁄2 Litre Squire’, een auto die volledig in zijn hoofd zit. Tien jaar later blijkt dat het eindproduct, vooral technisch, opvallend veel overeenkomsten vertoont met dag wat hij als tiener al op papier zet. Na een korte stage bij Bentley Motors en eveneens korte loopbaan bij MG begint hij in 1931 zijn eigen bedrijf Squire Motors. Vier jaar later kan Adrian vol trots The Squire Car presenteren, een elegant gelijnde sportwagen die als één van de meest charismatische van zijn tijd wordt gezien.
Tevens als een dure, want met een prijs van £ 1.220 is de Squire vergelijkbaar met auto’s van merken als Alfa Romeo en Bugatti. Waar de grote merken der aarde werken met eveneens grote ontwerpers, tekent Squire zelf de carrosserie om deze te laten bouwen bij Vanden Plas. Onder de motorkap een 110 pk sterke 1.496 cc liter viercilinder met supercharger van David Brown, waardoor de tweezitter een topsnelheid weet te behalen van 160 km/u. De wegligging en remmen worden eveneens geroemd, alles bij elkaar staat er een auto die nog beter is van de som der delen.
De prijs is eigenlijk het enige dat betere verkopen in de weg zit. De eerste klant van Squire, Hon Sherman Stonor koopt een Squire om deze al snel te laten voorzien van een nieuwe body van Markham of Reading. Lichter en eenvoudiger. Squire volgt het voorbeeld en de lichtgewicht Squire is geboren. Naast minder kilo’s is ook de prijs vriendelijker, voor £ 995 mag u langskomen om het koopcontract te tekenen. Vijf auto’s met korte wielbasis worden er gebouwd, naast nog twee stuks met een lange wielbasis. Een van die twee auto’s gaat naar Val Zethrin. In 1936 gebeurt het onoverkomelijke: Squire Motors sluit de deuren. Er zijn nog twee rollende chassis’ en onderdelen die worden verkocht aan Zethrin. Zethrin bouwt de twee auto’s in de jaren die volgen af, waarvan de auto die bekend is als ‘Z100’ de allerlaatste is. De auto die u hier ziet dus.
Met de oorlog die voor veel vertraging zorgt, krijgt de ‘Z100’ pas in 1947 een toelating voor de openbare weg. Waar Zethrin meer dan genoeg onderdelen heeft om de Squire af te bouwen zoals Adrian dat bedoeld had is er één onderdeel dat niet aanwezig is: de supercharger. Om dit op te lossen monteert Zethrin een Wade blower. Aanvankelijk wordt de Squire voorzien van een open tweezitter body maar terugk- ijkend vindt Zethrin de body te zwaar en niet helemaal naar zijn smaak. De body verdwijnt en Zethrin begin aan een nieuwe koets met een stalen frame in plaats van de houten basis. Als het frame klaar is staakt het project en de auto ‘de hoek in’. Daarbij moet u niet de indruk hebben dat het om een versleten of intensief gebruikte auto gaat, op het moment dat de carrosserie wordt gedemonteerd heeft de Squire ongeveer 500 mijl (800 kilometer) gereden.
Het is 1976 als de auto wordt verkocht aan de Nederlandse eigenaar die er bij een zeer bekende en bekwame carrosseriespecialist een nieuwe carrosserie voor laat maken. Identiek aan de originele Vanden Plas exemplaren die halverwege de jaren ‘30 werden gebouwd. Een uitzonderlijk stuk Britse autogeschiedenis dat vervolgens alleen nog van vader op zoon is overgegaan en nu bij ons in de collectie te vinden is.
De ‘Z100’ verkeert in een werkelijke prachtige staat. Klaar voor ieder concours dat u kunt verzinnen. Het unieke karakter van de auto maakt het tot een zeer gewild verzamelobject maar juist ook het rijden met de auto is een grote traktatie. Niet voor niet schreef het Engelse magazine Motor Sport in 1936: “Even the straightest roads are nog without their fast bends… but on the Squire one can take them quite happily at 75. Even when we deliberatley took sharp corners at what seemed to be an excessive speed the car declined to slide or show any signs of instability…”
De Squire rijdt dan ook geweldig. De snelle 1,5 liter viercilinder is gekoppeld aan een Wilson versnellingsbak met pre-selector met vier versnellingen. Een ontwerp dat ook in raceauto’s uit die tijd was te vinden, zoals de ERA’s en de Silberpfeilen van Mercedes-Benz. Ook de remmen werden door pers en eigenaren de hemel in geprezen. Squire ontwierp ze zelf en liet de trommels produceren bij Lockheed. Het ingenieuze ontwerp zorgde ervoor dat de Squire slechts 10 meter afstand nodig had om van 50 km/u tot stilstand te komen. De meeste concurrentie kwam niet eens in de buurt.
Voor Adrian Squire duurt het avontuur slechts een paar jaar. Als Squire Motors in 1936 stopt te bestaan werkt hij kort voor Lagonda, alvorens hij vertrekt naar The Bristol Aeroplane Company. In 1940 overlijdt Squire tijdens een luchtaanval als de schuilplaats waarin hij schuilt wordt geraakt.
De slechts negen gebouwde auto’s hebben een iconische status onder liefhebbers van prewar-auto’s. Slechts zelden wordt er een Squire aangeboden, de auto’s zijn eigenlijk zonder uitzondering te vinden in musea of collecties van eigenaren die er geen afstand van willen doen. Gallery Aaldering is dan ook trots en verheugd deze allerlaatste Squire te kunnen aanbieden.
Es ist nicht irgendein junger Mann, Adrian Squire, Jahrgang 1910. Als er mit 16 Jahren die Schule verlässt, schreibt er bereits ein handgeschriebenes Buch über den „1 1⁄2 Liter Squire“, ein Auto, das ganz in seinem Kopf steckt. Zehn Jahre später zeigt sich, dass das Endprodukt, besonders technisch, auffallende Ähnlichkeiten mit dem aufweist, was er bereits als Teenager auf Papier niedergeschrieben hat. Nach einem kurzen Praktikum bei Bentley Motors und einer kurzen Karriere bei MG gründete er 1931 seine eigene Firma Squire Motors. Vier Jahre später kann Adrian stolz The Squire Car präsentieren, einen elegant designten Sportwagen, der als einer der charismatischsten seiner Zeit gilt.
Es ist auch ein teures Auto, denn mit 1.220 £ ist der Squire vergleichbar mit Autos von Marken wie Alfa Romeo und Bugatti. Wo die großen Marken der Welt mit ebenfalls großen Designern zusammenarbeiten, zeichnet Squire die Karosserie selbst um sie bei Vanden Plas bauen zu lassen. Unter der Haube steckt ein 110 PS starker 1.496-cm³ Vierzylinder mit Kompressor von David Brown, der den Zweisitzer auf eine Höchstgeschwindigkeit von 160 km/h bringt. Auch
das Handling und die Bremsen werden gelobt, insgesamt ergibt sich ein Auto, das aus der Summe seiner Teile noch besser wird.
Der Preis ist wirklich das einzige, was einen besseren Verkauf verhindert. Squires erster Kunde, Hon Sherman Stonor, kauft einen Squire um ihn schnell danach mit einer neuen Markham of Reading-Karosserie versehen zu lassen. Leichter und einfacher. Squire zieht nach und der leichte Squire ist geboren. Neben weniger Kilo ist auch der Preis freundlicher, für 995 £ kann man vorbeikommen um den Kaufvertrag zu unterschreiben. Es werden fünf Wagen mit kurzem Radstand und zwei weitere mit langem Radstand gebaut. Eines dieser beiden Autos geht an Val Zethrin. 1936 passiert das Unvermeidbare: Squire Motors schließt seine Pforten. Es gibt zwei weitere rollende Fahrgestelle und Teile, die an Zethrin verkauft werden sollen. Zethrin baut in den folgenden Jahren die beiden Autos, von denen das als „Z100“ bekannte Auto das allerletzte ist und es ist das Auto, das Sie hier sehen.
Da der Krieg für viele Verzögerungen sorgte, erhielt der „Z100“ erst 1947 die Straßenzulassung. Wo Zethrin mehr als genug Teile hat um den Squire so fertigzustellen, wie Adrian es beabsichtigt hat, gibt es ein Teil, das nicht vorhanden ist: der Kompressor. Um dies zu lösen, montiert Zethrin ein Wade-Gebläse. Zunächst ist der Squire mit einer offenen Zweisitzer-Karosserie ausgestattet, doch im Nachhinein findet Zethrin die Karosserie zu schwer und nicht ganz nach seinem Geschmack. Die Karosserie wird abmontiert und Zethrin lässt eine neue Karosserie mit einem Stahlrahmen anstelle des Holzsockels bauen. Wenn der Rahmen fertig ist, wird das Projekt nicht weitergeführt und das Auto wird „in der Ecke“ abgestellt. Sie sollten nicht den Eindruck haben, dass es sich um ein abgenutztes oder stark gebrauchtes Auto handelt, der Squire wird zum Zeitpunkt der Demontage der Karosserie ungefähr 500 Meilen (800 Kilometer) gefahren sein.
Es ist 1976 als das Auto an den holländischen Besitzer verkauft wird. Der Neubesitzer hat sich von einem sehr bekannten und erfahrenen Karosseriespezialisten eine neue Karosserie anfertigen lassen. Identisch mit den ursprünglichen Vanden Plas Exemplaren, die Mitte der 1930er Jahre gebaut wurden. Ein außergewöhnliches Stück britischer Automobilgeschichte, das später nur vom Vater an den Sohn weitergegeben wurde und nun in unserer Sammlung zu finden ist. Der ‘Z100’ befindet sich in einem wirklich schönen Zustand. Bereit für jeden Wettbewerb, den Sie sich vorstellen können. Der einzigartige Charakter des Autos macht es zu einem begehrten Sammlerstück, aber auch das Autofahren ist ein wahres Erlebnis. Nicht umsonst schrieb das englische Magazin Motor Sport 1936: „Auch die geradesten Straßen sind nicht ohne schnellen Kurven … aber auf dem Squire kann man sie mit 75 problemlos nehmen. Auch wenn wir absichtlich scharfe Kurven nahmen, was mit zu hohen Geschwindigkeit schien, wollte das Auto nicht rutschen oder Anzeichen von Instabilität zeigen…“
Der Squire fährt sich dann auch super. Der schnelle 1.5 Liter Vierzylinder ist mit einem Wilson-Viergang-Vorwahlgetriebe gekoppelt. Ein Design, das sich auch in damaligen Rennwagen wie den ERAs und den Silberpfeilen von Mercedes-Benz wiederfindet. Die Bremsen wurden auch von der Presse und den Besitzern gelobt. Squire entwarf sie selbst und ließ die Trommeln bei Lockheed produzieren. Das ausgeklügelte Design führte dazu, dass der Squire aus 50 km/h nur 10 Meter brauchte um zum Stehen zu kommen. Die meisten der Konkurrenz kamen nicht einmal in die Nähe.
Für Adrian Squire dauert das Abenteuer nur wenige Jahre. Als Squire Motors 1936 aufhörte zu existieren, arbeitete er kurz für Lagonda, bevor er zur Bristol Airplane Company wechselte. 1940 stirbt Squire bei einem Luftangriff, als der Bunker, in dem er sich versteckt hält, getroffen wird.
Die nur neun gebauten Autos haben unter Liebhabern von Vorkriegsautos einen Kultstatus. Nur selten wird ein Squire angeboten, die Autos finden sich ausnahmslos in Museen oder Sammlungen von Besitzern, die sich nicht davon trennen wollen. Gallery Aaldering ist daher stolz und erfreut, diesen allerletzten Squire anbieten zu können.
Die Gallery Aaldering in den Niederlanden existiert seit 1975 und ist Marktführer in Europa im Bereich von klassischen Fahrzeugen. Es sind immer 400 klassische Fahrzeuge und Sportwagen auf Vorrat. Bitte besuchen Sie unsere Website www.gallery-aaldering.com für den aktuellen Vorrat und weitere Informationen. Alle gezeigte Fahrzeuge sind zu besichtingen in unseren Ausstellungsräumen. Wir haben unseren Sitz unweit der deutschen Grenze, 95 Km Entfernung von Düsseldorf und 90 Km Entfernung von Amsterdam, gut erreichbar mit dem Zug, Auto, Taxi und Flugzeug. Transport und Versand weltweit kann versorgt werden, innerhalb von Europa fallen keine Importsteuern oder Zollkosten an. Unsere Kerntätigkeiten sind Ankauf, Verkauf und Konsignationverkauf. (im Auftrag vom Kunde) Wir versorgen alle Zulassungsunterlagen (H-Kennzeichen, Fahrzeugbrief, Wertgutachten usw.) für unsere deutsche- und Beneluxkunden. Bei uns können Sie auch leasen oder finanzieren! Unser Leasingpartner bietet maßgeschneiderte Lösungen für private und gewerbliche Kunden. Gallery Aaldering, Arnhemsestraat 47, 6971 AP Brummen in den Niederlanden. T. 0031-575-564055 Qualität, Erfahrung und Transparenz sind unsere besondere Merkmale! Wir freuen und auf Ihren Besuch.